Afbeelding
Foto: Wil Feijen

Column Judith: Bloedsuikerwaarde

Algemeen

Tijdens mijn dienst word ik gebeld door een collega dat haar bloedsuiker erg laag is. De waarde bedraagt 2,1 mol/l, waar we liever zien dat deze meer dan 5,0 is. 

Ik vraag of aan mevrouw al eten of drinken is aangeboden. Dat is namelijk het eerste redmiddel bij een lage bloedsuiker. Mijn collega geeft aan dat mevrouw slaapt en dat hij het later nogmaals zal proberen. 

Ik schrik. Waarschijnlijk ziet mevrouw eruit alsof ze slaapt. In werkelijkheid zal ze versuft zijn door haar lage waarde. 

We zullen dus moeten overstappen naar plan B. Mevrouw moet zo snel mogelijk geïnjecteerd worden met een suikerachtige injectie, glucagen genaamd. Nadat hij deze injectie heeft toegediend, zal de collega mij terugbellen en bekijken we samen wat we voor mevrouw kunnen doen. 

Na een half uurtje belt hij me opnieuw. 

De bloedsuikerwaarde is gestegen naar 4,0 maar mevrouw blijft suf.

Normaal gesproken zou ze allang weer aanspreekbaar moeten zijn. Waarschijnlijk wordt haar sufheid nu veroorzaakt door de ziekte van Parkinson en daar is helaas niet snel iets aan te doen. 

We spreken af dat haar bloedsuiker elk half uur gemeten wordt en dat de collega zal proberen om mevrouw wakker te krijgen. 

Een uurtje later belt hij me wederom. De bloedsuiker is gestegen naar 5,2 en mevrouw is wakker. Van de hele paniek kan ze zich niets herinneren. Ze heeft inmiddels twee boterhammen met kaas en glas zoete ranja gehad en geniet nu van een lekker stuk slagroomtaart.
Heerlijk!