Afbeelding
Foto: Wil Feijen

Column Judith: Ieder één been

Algemeen Column

Son en Breugel - ‘Zuster, wil jij misschien mijn been even uit bed helpen? De rest kan ik zelf.’ Natuurlijk wil ik dat. Door haar halfzijdige verlamming als gevolg van een herseninfarct lukt het haar slechts met mate om zelf in en uit bed te komen. Als ze eenmaal in haar rolstoel zit, vraagt ze of ik de sling, waarin haar verlamde arm rust, ook wil verwijderen. Haar arm legt ze op een los plankje, wat aan haar rolstoel zit.

We raken wat aan de praat en dollen een beetje met elkaar. ‘Ik probeer er elke dag weer iets leuks van te maken! Dat gaat de ene dag beter dan de andere en toch doe ik er mijn best voor. Toen ik net hoorde dat ik niet meer terug naar mijn huis kon, heb ik toch wel een traantje gelaten.’ Ik hoor het verdriet in haar stem. Het is een verdriet wat ik al vaker bij cliënten zag.

Hoopvol en gemotiveerd beginnen ze, na een aandoening of operatie, aan hun revalidatie. Hun veilige thuisnest laten ze achter, ervan overtuigd dat ze er weer terug zullen keren. Soms vergen ze het uiterste van zichzelf om die stip aan de horizon te kunnen halen: terugkeer naar huis.

Als, gedurende de revalidatieperiode, blijkt dat het niet meer veilig is om dat te realiseren, volgt vaak een rouwproces. Hoewel ze zich midden in dat proces bevindt, grapt ze verder: als we de taken wat verdelen en ieder één been doen, zijn we sneller klaar en allebei niet zo moe.