Afbeelding
Foto: Astrid Timmers

Column Luc: De beloning

Column Column Column Column Lucky Luc

Son en Breugel - Er staan best veel auto’s zie ik als ik aan kom rijden bij de bloedbank. Meer als ik verwacht had, meer als ik gehoopt had. Beducht voor een flinke mensenmassa ga ik naar binnen, het lijkt zowaar mee te vallen. Eerst mijn handen ontsmetten, dan meld ik me aan. De dame achter de balie kijkt terloops naar mijn pas vernieuwde rijbewijs, de meegebrachte oproep is al identificatie genoeg. De bevestigingsmail dat ik de (online) coronatest met goed gevolg afgelegd heb, vindt ze interessanter. ‘Ik zie graag die groene vinkjes’, zegt ze.

Uit mijn ooghoek zie ik ze al liggen, glimmend en roze. Nu nog niet, het is nog te vroeg. Straks pas, achteraf, als beloning. Eerst de formaliteiten afhandelen. Zoals het gebruikelijke formulier invullen, in rap tempo zet ik de vinkjes. Nee, ik heb geen transfusie gehad, heb geen tattoo laten verwijderen, ik blijf zo ver mogelijk weg bij naalden (behalve als ik hier kom), ik ben niet in het buitenland geweest, etc. Na een aantal keren weet je de vragen wel, de antwoorden zijn altijd hetzelfde. Gelukkig maar.

Dan de keuring, de arts vraagt mijn geboortedatum, ter controle. Gelukkig, ik weet ‘m nog. Dan een prikje in mijn vinger, om het ijzergehalte te meten. Wéér een tien! Mijn bloeddruk is ook prima, ik ben er klaar voor. Een bed is gauw gevonden, voor ik het weet, lig ik al te wachten op wat komen gaat. Eén van de medewerkers komt op me af. ‘Welke arm wilt u?’, vraagt ze. Rechts, links zijn de aders moeilijk te vinden, op de een of andere manier. Eventjes inwrijven met een beetje alcohol, vervolgens frutselt ze aan het een en ander, nog een keer inwrijven, als alles is klaargelegd wrijft ze nog een keer in, vóór de naald erin gaat. In mijn ader glijdt, als het ware, meestal gaat het moeizamer.

In no-time is het zakje vol, een halve liter ben je zó kwijt. Eventjes het watje op het wondje houden, dan gaat het verband erom. Het klinkt misschien gek, voor mij voelt het altijd een beetje stoer. Dan sta ik weer op, op weg naar mijn beloning. Natuurlijk, ik doe dit omdat het een goed doel is, bloed geven. Daar ben ik bepaald niet de enige in. Hoe goed het doel ook is, als ik eerlijk ben, is dat niet waar het mij om gaat.

Ik kom voor die heerlijke, glimmende, roze glacé koek. Dat is mijn beloning!