Afbeelding
Foto: Wil Feijen

Column Judith: Sorry

Column Column Column Column Lucky Luc

Vier kiezen heeft de tandarts getrokken. Ondanks het tijdelijk stoppen van de bloedverdunners ziet hij eruit alsof hij zojuist terugkeerde van het slagveld. Ik hoef maar naar zijn wang te wijzen en hij krimpt in elkaar van de pijn. In een bakje spuugt hij grote stolsels bloed. Eten en drinken weigert hij begrijpelijkerwijs. Helaas betekent dat ook dat hij zijn orale medicatie niet inneemt. Zelfs praten is pijnlijk. Als een ziek vogeltje ligt hij in bed en heeft niks te missen. 

Ik besluit om even bij hem te zitten, als een soort van morele steun. Hij pakt mijn hand vast en kijkt me dankbaar aan. 

Inmiddels is het bijna twee dagen geleden dat de ingreep plaatsvond. Onze arts had hem geadviseerd om geen bloed in te slikken vanwege het risico op misselijkheid en overgeven. Hoewel de bloedingen nagenoeg voorbij zijn, houdt hij stellig vast aan die regel. In de praktijk betekent dit dat hij nog steeds niet gegeten heeft, geen medicatie heeft gehad en nauwelijks gedronken heeft. 

Ik maak me zorgen en ga samen met de verpleegkundig specialist met hem in gesprek over de risico’s van zijn beslissing. Hij wordt boos en stuurt ons weg. Ook het telefoongesprek met zijn bezorgde dochter kapt hij af. 

Later op de avond ga ik nog even bij hem zitten. Hij is inmiddels weer wat gekalmeerd. Ik zeg hem dat ik hem niet onder druk wil zetten; dat ik me zorgen om hem maak en dat zijn kinderen dat ook doen.  Als ik even wegloop om een schone handdoek voor hem te pakken, roept hij me. 

Ik zie een traan over zijn wang lopen. Dan zegt hij: ‘Sorry dat ik zo boos werd. Morgen ga ik weer eten, dat beloof ik je! Dankjewel dat je zo goed voor me zorgt.’