Afbeelding
Foto: Wil Feijen

Onze bevrijding door andere ogen gezien

Historie

Son en Breugel - D-Day, 6 juni, is een dag die in Normandië nog steeds groots wordt gevierd. Er wordt dan stilgestaan bij het feit dat op die dag in 1944 de bevrijding van Europa begon; eindelijk kwam het einde in zicht van jaren oorlogsellende. In het kleine dorpje Sainte-Mère-Eglise kun je nog dagelijks een goede indruk krijgen van wat er zich die dag heeft afgespeeld. In het plaatselijke museum waan je je terug in de tijd, en bevind je je ineens op het kerkplein, of ben je één van de parachutisten die zo dadelijk uit het vliegtuig gaat springen.

Vanuit hier trokken de troepen verder Frankrijk in, maar het duurde nog tot half september 1944 voordat Operatie Market Garden begon. Op de vroege ochtend van 17 september 1944 stegen op allerlei vliegvelden in Groot-Brittannië honderden vliegtuigen op om te beginnen aan onze bevrijding; transportvliegtuigen en zweefvliegtuigen, begeleid door een groot aantal jagers. Rond 11.00 uur begon het bombarderen van de bossen van de Sonniuswijk, gevolgd door een tweede bombardement om 12.30 uur. Daarna sprongen de parachutisten van de 101st Airborne Division uit hun vliegtuigen, en even later was de bevrijding van ons mooie dorp een feit.

Op papier gezet
Wat kunnen wij deze Britse en Amerikaanse, veelal jonge mannen dankbaar zijn, om wat zij voor ons hebben gedaan. Velen hebben hun leven gegeven voor onze vrijheid en werden destijds begraven op de tijdelijke begraafplaats op Wolfswinkel. Vlak bij deze begraafplaats woonde destijds de familie Verhagen aan de Rooijseweg. Hun zoon Wim heeft destijds zijn gedachten en belevenissen op papier gezet. Wim is ondertussen overleden, en de familie wist niet waar die brieven waren gebleven. Hoe bijzonder is het dat juist nu, 78 jaar later, Toos Verhagen enkele van deze brieven heeft gevonden in de administratie van haar overleden echtgenoot Leo Verhagen, de broer van Wim. Wij als redactie van DeMooiSonenBreugelKrant zijn dankbaar dat Toos Verhagen deze brieven met ons wil delen.

Lees de brieven van de jonge Wim en besef wat een rijkdom het is om in vrijheid te mogen leven. Vandaar dat wij dit nooit, maar dan ook nooit mogen vergeten. Misschien kunnen wij in Son en Breugel een voorbeeld nemen aan de dorpen in Normandië en onze vrijheid vanaf nu jaarlijks nog grootser vieren, elk jaar weer, op 17 september: Remember September…

Een onverwachts bezoek
Het is zondag 17 september 1944, het is stil op de weg. Vreemd stil na het rumoer van de terugtrekkende Duitsers. Er vertonen zich geen burgers op straat, bang dat zij opgepakt worden en aan het werk worden gezet op de Kanaaldijk. Wij gaan niet naar Son naar de kerk, dat is te onveilig. We gaan naar Nijnsel, verder weg van het bedrijvige kanaal. In de kerk horen wij het geronk van overtrekkende bommenwerpers. Als we thuiskomen horen we weer de vliegtuigen. Ik ga eens buiten kijken, de lucht is vol bommenwerpers, allemaal in formaties van zes. Even later horen we ver weg bommen vallen. Aan de optrekkende rookwolkjes te zien, is het een voltreffer. En nog steeds trekken de bommenwerpers over. Dan plotseling een gerommel, heel vlug gevolgd door een explosie. Er volgen nog meer explosies, die mijn oren doen trillen. De vensters rammelen, stofwolken vliegen op. Het maakt mij bang, maar toch blijf ik staan kijken. Het is voorbij, de bommen zijn ergens in de hei gevallen. Dan hoor ik ze weer suizen, ze vallen dichtbij. Een plotselinge angst grijpt mij aan. Ik ren achter het huis naar de schuilkelder. Daarbinnen kom ik weer tot rust. De bommenregen duurt maar enkele minuten. Ik kruip uit de schuilkelder om te gaan kijken.

Wat een onzinnig gedoe om zo’n stuk hei te bombarderen. Alweer nieuwe bommen. Een hels lawaai, opstuivend zand en een vurige gloed van exploderende monsters. Het gaat menens worden. Het rommelt en dondert overal en hoog boven mij vliegen de ronkende machines. Langzaam trekken ze voorbij. Het wordt stil, en ik ga naar binnen. Het is 12 uur, het eten is klaar maar niemand heeft trek. Na een paar uur van stilte horen we weer vliegtuigen. We lopen naar buiten en zien ze in grote groepen ver weg en laag. Even later komen er twee vanuit richting Best recht op ons aanvliegen. Ze zijn laag en vliegen langzaam, erg langzaam. Ze komen al dichter en dichterbij, en dan…

Dan begint het. Uit elk vliegtuig valt een lange sliert parachutisten. Een Duitse motorrijder komt vanuit Son aangereden en stopt onder een paar bomen die juist aan het begin staan van de weg die de Sonse Hei inloopt. Hij heeft blijkbaar niet veel zin om de parachutisten eens van dichtbij te bekijken, hij start zijn motor en rijdt weer terug. Dan komen er grote groepen transportvliegtuigen, die de lucht volhangen met parachutes. Andere hebben zweefvliegtuigen aangekoppeld. Boven ons worden enkele kabels losgekoppeld en de zweefvliegtuigen draaien zich terug, de hei in waar zij landen, stof opjagend en prikkeldraad en palen met zich meesleurend. Meer tijd om te kijken krijgen we niet want met de transportvliegtuigen komen de jagers. Ze vallen twee nabijgelegen boerderijen aan waar ongeveer 200 Duitsers met tanks en vrachtwagens zijn gestationeerd. Twee tanks rijden nog weg, alle andere vluchten en laten alles achter. Eén stopt nog even, juist voor ons huis. Een soldaat die er bovenop ligt, vuurt zijn geweer leeg de hei in. Gelukkig rijdt de tank weer door.

Inmiddels zijn we weer in de schuilkelder gaan zitten. Door de ingang kan ik de jagers nog zien duiken. De mitrailleurs gaan onophoudelijk door, het is echt oorlog… Na een kwartier trekken de jagers weer door. De boerderijen staan in brand, ook de pantsers en een benzinetank. Als we rondkijken zien we de parachutisten al de heiweg afkomen. Wij gaan er snel op af, na eerst wat oranje gezocht te hebben. Ook andere mensen komen met zakdoeken zwaaiend naderbij. Terwijl men grinnikt worden er handen geschud. Praten kunnen we niet het eerste ogenblik. We zijn bevrijd door deze onverwachte bezoekers. Van het verre Amerika komen zij over zee en door de lucht ons de bevrijding brengen. Een grote Amerikaan met een ster op zijn schouder vraagt naar the Bosh. Ik weet eigenlijk niet wat dat betekent, niemand van de aanwezigen weet het. Dan neemt hij een landkaart van onze streek en wijst daarop precies het punt aan waar de heiweg op de grote weg uitkomt. Daarna wijst hij naar de grond, ‘hero’? vraagt hij. Dat verstaat iedereen en men antwoordt bevestigend. Dan trekken we weer verder in de richting Son. Ieder huis wordt doorzocht, het is overal ‘allright’. Lange rijen manschappen blijven uit de hei stromen. ’s Avonds komt er eindelijk rust, althans voor ons. Langs het kanaal wordt nog gevochten, evenals in de tuin van het sanatorium. Bij ons thuis zit de kamer vol soldaten. Na enige oefening begint het praten wat beter te vlotten. Veel soldaten brengen in ons huis de nacht door. Anderen die niet zo gelukkig zijn graven een gat in de grond. Hierin vinden zij hun welverdiende rust na een zware dag.

Door Wim Verhagen, 1944

Oorlogskerkhof Son
Voor vandaag heb ik mijn huiswerk weer af. Ik pak wat boeken bij elkaar, doe ze in de tas en zet deze in een hoek. Als ik buiten sta weet ik eigenlijk niet waar heen te gaan. Er hangen nog geen rijpe kersen aan de bomen, en voor de aardbeien zal mijn jongste broertje mij wel weer zijn voor geweest. Dan schiet mij te binnen dat ik al lang niet meer op het soldatenkerkhof ben geweest. Ik kan er nog net even naar toe voordat het donker is. Als ik door de dreef loop die naar het kerkhof leidt, ruisen hoog boven mij de kruinen der bomen. Enkele grote druppels vallen op de grond. Het heeft geregend en de koude wind blaast nog enkele druppels van de bladeren, het doet mij rillen.

Op het kerkhof zie ik dat er wat is veranderd. Het valt mij op dat aan ieder kruisje boven een Amerikaans graf, een klein Amerikaans vlagje is bevestigd. Dat zal zeker op 30 mei gebeurd zijn, denk ik. Dat is de datum van de gedenkdag. Op ieder kruisje staat een naam, aan de achterkant is het identiteitsplaatje van de gevallene gespijkerd. Als ik langs alle graven ga, merk ik op dat niet op alle graven een naam staat. Er zijn ook graven waar enkel te lezen is ‘unknown’. Misschien wanen hun dierbaren uit hun verre vaderland dat zij nog in leven zijn, misschien zelfs op de terugreis zijn naar hun meest beminden. Wie zal hunne smart peilen kunnen wanneer hun jongen, hun man niet weerkeert van de slagvelden van Europa. Zij weten niet dat hij zijn laatste rustplaats heeft gevonden in de rulle Brabantse grond, op het stille kerkhof achter de Waterhoef. En zij zullen het ook nooit weten… Dat moet hard zijn voor die mensen, evenals het voor de gesneuvelden hard moet zijn geweest te sterven op een vreemde bodem en te worden begraven in vreemde aarde. Ver van alles wat hun dierbaar was.

Als ik wat verder ga, zie ik in plaats van een kruisje een ster op één der graven. Volgens de geruchten zou hier een Jood begraven liggen, wiens laatste wilsbeschikking het geweest was dat niet een kruis maar een ster zijn graf zou sieren. Rangen staan bij de namen niet vermeld. Broederlijk liggen ze naast elkaar. De majoor met zijn manschappen, ze slapen dezelfde slaap des vredes. Helemaal achteraan liggen de Duitse graven. Geen enkel kruisje draagt een naam, alleen op de achterkant is een zinken plaatje gespijkerd waarop enkele getallen staan. Op andere staat vermeld: Unknown German Fingerprints taken. Onder het prikkeldraad dat het kerkhof omgeeft, groeit welig een hoekje erwten. Achter de draad staat een koolzaadveld vol met korenbloemen. Terwijl ik langzaam weer naar voren loop begint het zachtjes te regenen. In het midden op een open stuk tussen de Amerikanen en Duitsers in, staat in een mooie cirkel een lange mast. Hieraan wappert de Amerikaanse vlag boven de graven der gevallen Duitsers die hier geen vijanden meer zijn. Beiden deden hun plicht en diegenen die hier rusten betaalden dezelfde dure prijs en gaven het beste wat zij bezaten. Zij gaven hun jonge leven maar voor een verschillend doel. Boven hen wappert nu de vlag ten teken van de geallieerde victorie.

De bomen ruisen hun aloude lied door de dreef en fluisteren over de dodenakker. De wind voert het gefluister mee naar de wolken die laag voorbijtrekken over het weidse goede Brabantse land. Onder de vlag van zijn vaderland betrekt een Amerikaanse soldaat de erewacht voor zijn gevallen makkers. Terwijl gestaag de regen neer druppelt ga ik peinzend terug naar huis…

Door Wim Verhagen, 1945

Wim Verhagen in de jaren 50 als dienstplichtig militair