Afbeelding
Foto: Wil Feijen

Column Luc: Alma Mater

Column Column Column

Daar zat ik dan in de universiteitsbibliotheek van mijn Alma Mater, de Universiteit Utrecht. Te wachten. Ik kan me niet herinneren hier ooit geweest te zijn. Zegt dat iets goeds of slechts over mij als voormalig student?

Het is een komen en gaan van jonge mensen. Ben ikzelf ook ooit zo jong geweest? Het gevoel was hetzelfde als de eerste keer, zo’n 30 jaar geleden. Verbaasd en verdwaasd keek ik om me heen. Het is een stad op zich, de Uithof, groot, massaal en anoniem. Ik had mijn navigatiesysteem ingesteld op de dichtstbijzijnde parkeergarage. Ver kon het niet zijn, zou je denken. Ik begon te lopen, in een willekeurige richting. Eerst zag ik een bord (zonder richtingsaanduiding), twee seconden later zag ik de ingang, op de hoek. Naast een koffiebar, hoe modern. Dat was er in mijn tijd niet, hoor. Wat klink ik ineens oud.

Blijmoedig en opgelucht loop ik naar binnen, een trap op. Voor me een grote ruimte, gevuld met wijsheid. Boekenwijsheid, dat wel. Wederom verdwaasd meld ik me bij de balie. Een vriendelijke vrouw vraagt me of ik voor het project georefereren kom. ‘Inderdaad!’ antwoord ik, mijn stem doordrenkt van opluchting. Op een pc een stukje verder kon ik me aanmelden, dan moest ik weer terugkomen voor een wachtwoord, dan even wachten om toegang te krijgen tot wifi.

Na verloop van tijd is alles geregeld, in een zaaltje wachten een stuk of twintig anderen. Eerst krijgen we uitleg. Georefereren, dat wil zeggen dat je gedigitaliseerde oude kaarten vergelijkt met recente kaarten, door referentiepunten zoals een bepaalde plaats of een kerk in beide kaarten aan te klikken. Het klinkt niet erg spannend, als je van geschiedenis en kaarten houdt, zoals ik, is het leuk. Al zou ik het niet verslavend willen noemen, waarvoor de begeleiders ons wel waarschuwden.

Blijkbaar zijn er duizenden kaartenliefhebbers die met smart op de oude kaarten zitten te wachten, die wij aan het refereren waren. Dat geeft dan ook wel weer een blij gevoel. Na afloop was er een borrel, tja wat wil je met (oud) studenten. Het was gezellig, en vreemd om weer tussen medestudenten te staan. Het was lang geleden, dat ik me in de academische wereld begeven had. Ik was zo lang weggeweest, ik twijfelde of ik me er thuis zou kunnen voelen. Zo voor eventjes was dat geen probleem.

Blij dat ik een bijdrage had kunnen leveren aan de wetenschap. Alsnog, na vele jaren.